Goud en Zijde in de Koran

 

Veel moslims geloven dat goud en zijde verboden zijn voor mannen. Een grondig onderzoek van de Koran laat echter een ander perspectief zien, dat deze wijdverbreide aanname uitdaagt.

 

Frequentie van de woorden "Goud" (ذَهَب, dhahab) en "Zijde" (حَرِير,harir) in de Koran

 

De Koran noemt goud (dhahab) in acht verzen:

 

Voor de mensen is de liefde tot de begeerlijkheden aantrekkelijk gemaakt, zoals vrouwen, zonen, opgehoopte fortuinen van goud en zilver, gemerkte paarden, vee en bouwland. Dat is het genot van het tegenwoordige leven; maar God, bij Hem is de goede terugkomst.  (3:14)

Zij die ongelovig zijn en sterven terwijl zij ongelovig zijn, van geen van hen zou de aarde vol goud aanvaard worden ook al zou hij zich ermee willen loskopen. Zij zijn het voor wie er een pijnlijke bestraffing is en zij zullen geen helpers hebben. (3:91)

Jullie die geloven! Veel van de schriftgeleerden en de monniken verteren de bezittingen der mensen door bedrog en versperren Gods weg. En hun die goud en zilver oppotten en geen bijdrage op Gods weg geven, zeg hun een pijnlijke afstraffing aan. (9:34)

Zij zijn het voor wie de tuinen van 'Adn zijn waarvan de rivieren onder hen door stromen. Zij tooien zich daarin met armbanden van goud en zij kleden zich met groene kleding van zijde en goudbrokaat, terwijl zij er op ligbanken achteroverleunen. Dat is pas een goede beloning en het is een goede rustplaats! (18:31)

Maar God laat hen die geloven en de deugdzame daden doen tuinen binnengaan waar de rivieren onderdoor stromen. Zij tooien zich daarin met armbanden van goud en met parels en hun kleren zijn daar van zijde. (22:23)

Zij zullen de tuinen van 'Adn binnengaan. Zij tooien zich daarin met armbanden van goud en met parels en hun kleren zijn daar van zijde. (35:33)

Als hem nu armbanden van goud waren omgehangen of de engelen als begeleiding met hem waren meegekomen?"(43:53)

Bij hen worden schotels van goud en bekers rondgegeven. En daarin is wat de zielen begeren en wat aangenaam voor de ogen is. "En jullie zullen daarin altijd blijven. (43:71)

 

Het woord zijde (harir) komt in drie verzen voor:

 

Maar God laat hen die geloven en de deugdzame daden doen tuinen binnengaan waar de rivieren onderdoor stromen. Zij tooien zich daarin met armbanden van goud en met parels en hun kleren zijn daar van zijde. (22:23)

Zij zullen de tuinen van 'Adn binnengaan. Zij tooien zich daarin met armbanden van goud en met parels en hun kleren zijn daar van zijde. (35:33)

En Hij beloont hen, omdat zij geduldig hebben volhard, met een tuin en met zijde. (76:12)

 

In geen van deze verzen verbiedt Allah goud of zijde voor mannen. In plaats daarvan worden deze materialen beschreven als zegeningen en versieringen voor gelovigen, zowel in dit leven als in het Hiernamaals.

 

Versieringen in dit leven

 

Allah heeft Zijn zegeningen duidelijk gemaakt en waarschuwt tegen degenen die verbieden wat Hij heeft toegestaan:

 

Zeg: ‘Wie heeft de fraaie dingen die Allah voor Zijn dienaren heeft voortgebracht, en de goede voorzieningen verboden?’ Zeg: ‘Ze zijn bestemd voor degenen die geloven tijdens het wereldse leven, en ze zullen exclusief voor hen zijn op de Dag der Opstanding.’ Zo verduidelijken Wij de verzen voor mensen die kennis hebben."(7:32)

 

Dit vers draagt een diepe boodschap in heldere bewoordingen: de schoonheden die Allah heeft geschapen, zijn bestemd voor gelovigen in dit leven en worden in het Hiernamaals hun exclusieve beloning. De Koran stelt nergens een verbod op goud of zijde voor mannen – deze zaken worden nooit aan een bepaald geslacht gebonden.

 

En zegt niet van iets waarover jullie tongen bedrog uiten: "Dit is toegestaan en dit is verboden" om over God bedrog te verzinnen. Zij die over God bedrog verzinnen, hun zal het niet welgaan. (16:116)

Verloren zijn zij die hun kinderen in verdwazing, zonder kennis doden en die, als verzinsel over God, verbieden wat God hun voor hun levensonderhoud geeft. Zij dwalen en volgen het goede pad niet. (6:140)

 

Deze verzen veroordelen expliciet degenen die willekeurig verbieden wat Allah wettig heeft gemaakt. Als goud en zijde echt verboden waren voor mannen, zou de Koran – die volledig gedetailleerd is (6:114) – dit duidelijk hebben vermeld.